Allereerst: welkom!
In het afgelopen halfjaar heb ik jeugdliteratuur gevolgd op de HvA in het kader van mijn opleiding tot tweedegraads docent Nederlands. Voor het tweede deel van die lessenserie is ons gevraagd om een dossier samen te stellen met een aantal verplichte onderdelen en een aantal keuzeonderdelen. De vorm? Die mochten we zelf bepalen. Als het maar aantrekkelijk was.
Ik zag er maar weinig in om een mapje met een stapel papiertjes in te leveren. Dat is onaantrekkelijk en het kost bomen. Dat wilde ik dus niet doen. Idee nummer twee was een website en zoals je ziet, is dat wat het geworden is. Het leek mij een overzichtelijke manier om de boel te presenteren.
Het dossier bestaat uit een aantal pagina's die allemaal over jeugdliteratuur gaan. Boeken en de integratie daarvan in het onderwijs staan hierbij voorop. Ik heb nog wel zitten kniezen hoe ik er een onderliggend thema voor kon bedenken, waarmee de boel coherent overkomt. Het beste wat ik bedenken kon is dat dit dossier mijn houding als docent tegenover fictieonderwijs weergeeft. Een kijkje in mijn hersenpan, zogezegd.
Hoe steekt het in elkaar?
Naast deze inleiding is er een lijst van tien dingen te vinden die ik nu vind van jeugdliteratuur. Daarna is er een boekenlijst met boeken die ik gelezen heb. Voor een aantal van die boeken heb ik een blog geschreven. Die staan bij het boek zelf gekoppeld en zijn te vinden op hun eigen pagina. Op de pagina voor fictielessen staan de, jawel, fictieopdrachten. Een lesplan, samen met een drietal eenvoudig uit te voeren opdrachten. Mijn poging om studenten de boeken in te krijgen valt terug te lezen op de pagina 'advies'. Mijn eigen vorming op boekengebied is als leesautobiografie opgenomen in dit dossier. Als laatste hebben een tweetal medestudenten van de HvA hun mening gegeven over dit dossier.
Veel leesplezier!
In het afgelopen halfjaar heb ik jeugdliteratuur gevolgd op de HvA in het kader van mijn opleiding tot tweedegraads docent Nederlands. Voor het tweede deel van die lessenserie is ons gevraagd om een dossier samen te stellen met een aantal verplichte onderdelen en een aantal keuzeonderdelen. De vorm? Die mochten we zelf bepalen. Als het maar aantrekkelijk was.
Ik zag er maar weinig in om een mapje met een stapel papiertjes in te leveren. Dat is onaantrekkelijk en het kost bomen. Dat wilde ik dus niet doen. Idee nummer twee was een website en zoals je ziet, is dat wat het geworden is. Het leek mij een overzichtelijke manier om de boel te presenteren.
Het dossier bestaat uit een aantal pagina's die allemaal over jeugdliteratuur gaan. Boeken en de integratie daarvan in het onderwijs staan hierbij voorop. Ik heb nog wel zitten kniezen hoe ik er een onderliggend thema voor kon bedenken, waarmee de boel coherent overkomt. Het beste wat ik bedenken kon is dat dit dossier mijn houding als docent tegenover fictieonderwijs weergeeft. Een kijkje in mijn hersenpan, zogezegd.
Hoe steekt het in elkaar?
Naast deze inleiding is er een lijst van tien dingen te vinden die ik nu vind van jeugdliteratuur. Daarna is er een boekenlijst met boeken die ik gelezen heb. Voor een aantal van die boeken heb ik een blog geschreven. Die staan bij het boek zelf gekoppeld en zijn te vinden op hun eigen pagina. Op de pagina voor fictielessen staan de, jawel, fictieopdrachten. Een lesplan, samen met een drietal eenvoudig uit te voeren opdrachten. Mijn poging om studenten de boeken in te krijgen valt terug te lezen op de pagina 'advies'. Mijn eigen vorming op boekengebied is als leesautobiografie opgenomen in dit dossier. Als laatste hebben een tweetal medestudenten van de HvA hun mening gegeven over dit dossier.
Veel leesplezier!